FYSIOBEST
 

Voorkeurshouding bij baby's

Voorkeurshouding bij baby's

Voorkeurshoudingen bij baby’s komen de laatste 10 jaar in toenemende mate voor. Voorkeurshouding betekent dat een zuigeling spontaan gedurende driekwart van de tijd met het hoofd naar één kant kijkt of gedraaid ligt. Dit kan links of rechts gedraaid zijn. De baby kan onvoldoende volgen met de ogen of hoofd naar de andere zijde (na de leeftijd van 8 weken). Dit kan o.a. leiden tot een eenzijdige afplatting van de schedel, omdat de schedel van nature bij jonge baby’s nog erg zacht is.

Dat het aantal baby’s met afgeplatte schedeltjes de laatste 10 jaar toeneemt lijkt te verklaren door de adviezen van Stichting Wiegendood om te kinderen op de rug te laten slapen. Dit is een goed advies omdat daardoor het aantal kinderen die aan wiegendood sterven sterk is afgenomen. Een nadeel van deze maatregel is dat de baby’s te vaak en te lang op de rug liggen. Veel ouders laten de baby’s overdag ook niet meer op de buik of in zijlig spelen.

 

Prevalentie

Er lijken steeds meer kinderen met een voorkeurshouding en afplatting van het hoofd bij te komen. Het merendeel van de kinderen herstelt van een voorkeurshouding en afplatting van het hoofdje. Op de leeftijd van 2-3 jaar is er bij 2/3 van hen geen afplatting meer te zien. Een eventuele nog bestaande afplatting wordt door de meeste ouders niet als een probleem ervaren. (Boere-Boonekamp 1999, Hutchison 2004)

Dr. Leo van Vlimmeren (kinderfysiotherapeut) heeft aangetoond dat kinderfysiotherapie effectief is bij baby's met een voorkeurshouding. Hij volgde 400 baby's vanaf de geboorte tot de leeftijd van een jaar. Op de leeftijd van 7 weken hadden 65 baby's een voorkeurshouding, met daardoor een grotere kans op een scheef hoofd. De helft van deze baby's kreeg kinderfysiotherapie en had op de leeftijd van 6 en 12 maanden een minder scheef hoofd dan de niet-behandelde baby's. Kinderfysiotherapie bestond uit het geven van positionerings-, hanterings- en oefenadviezen aan de ouders. Zij moesten hun baby op verschillende manieren oppakken en dragen, het afwisselend op de linker- en rechterarm voeden en het kind zo vroeg en zo lang mogelijk, onder toezicht op de buik laten liggen. Van Vlimmeren adviseerde ouders om de baby, als hij wakker is, al in de eerste week na de geboorte meerdere malen per dag op de buik te leggen. In het begin een paar minuten per keer en vervolgens steeds langer. (UMC Utrecht).

 

Voorkomen van een voorkeurshouding

  1. Slapen. Bij het slapen is het het beste dat uw baby afwisselend met het hoofd naar links of naar rechts gedraaid ligt. Het is belangrijk dat uw baby, als hij/zij wakker is, in verschillende houdingen ligt, speelt en verzorgd wordt. Vooral het regelmatig spelen op de buik is erg belangrijk. Wij adviseren u dan ook om uw baby rondom elke voeding en verzorging kortdurend op de buik te leggen.
  2. Voeden. Wanneer u borstvoeding geeft, wisselt u automatisch de houding van uw baby. Indien u esvoeding geeft, kunt u uw baby afwisselend op de linker- of rechterarm houden. Ook kunt u uw baby tijdens de flesesvoeding recht voor u op uw bovenbenen leggen. Het hoofd is dan gesteund en ligt in het midden.
  3. Verzorgen. (Tip: Leg uw baby recht voor u op de commode.) Probeer tijdens de verzorging uw baby afwisselend in de lengte of in de breedte op het aankleedkussen te leggen. Als er onvoldoende ruimte is om aan de korte kant van de commode te staan, zorg er dan tijdens het wassen en kleden voor dat uw baby afwisselend met het hoofd naar links en rechts op de commode ligt. Probeer uw baby tijdens de verzorging ook eens op de zij te rollen, waarbij de linker- en rechterzijde afgewisseld wordt. Leg uw baby na iedere verschoning een paar minuten op de buik. In die houding leert uw baby het hoofd op te tillen en naar links en rechts te draaien.
  4. Slapen. Slapen in zij- of buikligging wordt afgeraden in verband met de verhoogde kans op wiegendood. Leg uw baby vanaf de geboorte altijd op de rug te slapen. Het is belangrijk dat het hoofd afwisselend naar links of rechts gedraaid ligt. Sommige baby’s zijn sterk op het licht gericht en draaien daardoor steeds naar één kant. Wanneer u dit merkt, leg uw baby dan andersom in bed of zet het bedje andersom neer, zodat uw baby met de niet-voorkeurskant naar het licht draait. 
    Draait uw baby het hoofd steeds naar dezelfde kant, draai dan het hoofd voorzichtig tijdens de slaap naar de andere kant. U hoeft hier niet speciaal ’s nachts voor op te staan.
  5. Dragen. Wissel de manier van dragen af. U kunt uw baby op de linker- of rechterarm dragen, met zijn/haar rug tegen uw borst of met de buik op uw onderarm. Als u uw baby, met de rug naar u toe, voor u draagt, geef dan steun aan de billen en de buik en zorg dat de schouders en armen naar voren gericht zijn. Wanneer u uw baby op de arm of in een buikdrager draagt, zorg dan voor een afwisselende houding van het hoofd.
  6. Spelen. Laat uw baby dagelijks vanaf de leeftijd van 2-3 weken, naast de momenten rondom de voeding en verzorging, meerdere malen een aantal minuten op de buik ‘spelen’. Zorg hierbij voor voldoende toezicht en a eiding van uw baby door bijvoorbeeld een liedje te zingen of een speeltje aan te bieden. U kunt dit, afgaand op de reactie van uw baby, geleidelijk in duur en frequentie opbouwen. Voor een goede buikligging is het belangrijk dat de armen naar voren zijn gericht zodat uw baby op de onderarmen kan steunen. Op deze wijze kan uw baby beter het hoofd optillen en naar beide zijden draaien. Lukt dit niet goed, druk dan met uw hand licht op de billen of leg een opgerold handdoekje onder de borst om het oprichten van het hoofd makkelijker te maken. Zorg altijd voor toezicht wanneer uw baby op de buik ligt! Tip: Draag uw baby eens met zijn /haar buik op uw onderarm.
  7. Box. De box is een ideale speelplek. Wissel in de box rug-, buik– en zijligging af. Zet of hang speelgoed zo neer dat u uw baby stimuleert om het hoofd naar beide zijden te draaien. Een speelgoedmobiel of babygym kunt u het beste iets voor en boven uw baby, ter hoogte van de navel, ophangen. Uw baby hoeft dan niet achterover of schuin te kijken. In zijligging kan een rolletje tegen de rug verhinderen dat uw baby terug naar de rug rolt. Wissel hierbij de linker– en rechterzijde af. Het is voor uw baby beter om meerdere korte speelmomenten over de dag te verdelen dan één lang speelmoment te hebben.  Tip: Een opgerold handdoekje maakt het optillen van het hoofd gemakkelijker.
 

Is fysiotherapie nodig bij een voorkeurshouding?

Soms is een voorkeurshouding hardnekkig en moeilijk te corrigeren. Als je de adviezen goed gevolgd hebt en de voorkeurshouding toch niet beïnvloed is, kan de hulp van een kinderfysiotherapeut nodig zijn. De fysiotherapeut zal de baby ook stimuleren in de ontwikkeling van de niet-voorkeurskant en de ouders instructies geven ten aanzien van het oefenen met de baby en het handelen in de dagelijkse verzorging.

Wacht dus niet te lang en maak een afspraak! Met de juiste tips en adviezen kan er veel voorkomen worden.